Frank van der Ham denkt dat het lastig is om overlast voor bewoners te beperken.
Frank van der Ham denkt dat het lastig is om overlast voor bewoners te beperken.

Wonen in drukste straat van Dinteloord

Aan het begin van de Steenbergseweg treffen we het nieuwe busstation en een tiental fietsen in de miezerige regen. Er is veel te doen om die Steenbergseweg. De straat moet op de schop, maar wanneer en hoe, daarover is het laatste woord nog niet gesproken. In deze serie beperken we ons tot de sfeer in de straat, het woongenot en zijn inwoners.

De straat telt twee pompstations. Een waar de benzineprijs ruim 1,81 euro aangeeft, de ander waar de brandstof wat goedkoper is. Beiden hebben klanten. De Westbrabander zoekt een parkeerplaatsje op de parallelweg. Nog maar net uit de auto of er komt een dame aanfietsen. Nee, antwoordt ze op ons verzoek om over de weg te praten. Meedoen met de stratenserie kan ze beroepsmatig niet. Hoezo? ,,Ik werk bij de gemeente. Ik ben wethouder en sta al genoeg in de publiciteit. Als ik hier aan mee doe, zeggen ze: daar heb je haar weer.” Het blijkt wethouder Esther Prent te zijn. En ze denkt mee. ,,Je kunt beter met mijn buurman praten. Die woont hier al heel lang.”

Ze vat de koe bij de horens en stelt de verslaggever voor aan de buurman. Dat blijkt Frank van der Ham te zijn. Frank (54) praat honderduit over Dinteloord, over de Steenbergseweg. Ook dat het geen seconde autostil is in de straat. Dat merken we vooral tijdens een wandelingetje langs de woningen. Daar staan de geparkeerde auto’s met een wiel op de stoep. Dat drukt wandelaars naar de ramen van de woonhuizen. Die hebben geen spatje privacy. Je hebt de woonkamers voor het inkijken. Je ziet precies was er op tafel staat en hoe de kamer verder is ingericht.

Frank woont al sinds 1993 aan die parallelweg. ,,We weten niet beter, en de meeste mensen lopen op de rijbaan.” Als die vrij van verkeer is, is dat een goede optie. Maar zodra er een auto aankomt, moet je of dat smalle stoepje op, of je wordt in de struiken gedwongen. Rij je er met de auto en er komt je een fietser tegemoet, dan wacht die hetzelfde lot.

Frank is het met iedereen eens die vindt dat de Steenbergseweg zo snel mogelijk op de schop moet. ,,Onze huizen zijn niet onderheid. We hebben daardoor veel last van het vrachtverkeer en van tractoren. Dat zorgt er voor dat we het in onze huizen horen bonken.’’

Ter hoogte van nummer 73 begint de oranjekoorts de kop op te steken. Er hangen oranje vlaggetjes en aan de overkant, op nummer 96, lijkt die echt uitgebroken. Volop oranje, leeuwenkoppen en vlaggen.

Om te voorkomen dat onze stappenteller op tilt slaat, proberen we in de buurt van de Dorus Rijkersstraat de straat over te steken. Dat lukt ondanks de bijna onafgebroken rij auto’s. De aangebrachte betonblokken aan het begin van de weg remmen het voortjakkerende verkeer niet af. De auto’s slalommen af en toe om de blokken, en rijden zonder het loslaten van het gaspedaal richting centrum.

Een oplossing voor met name het kalmeren van de gaspedaalridders zijn stoplichten, vindt Frank. ,,Ik zag het voorbeeld in Noord-Spanje. In dorpjes daar staat een stoplicht op oranje. Maar zodra je daar sneller dan met vijftig kilometer per uur aan komt rijden, springt het licht op rood. Doorrijders worden gesnapt via het bijpassende flitsapparaat.” Hij heeft dat systeem bij een Dinteloordse dorpsvereniging weggelegd, maar er is volgens hem niets mee gedaan.

Via een opening in de lange rij van langs scheurend verkeer dat ook nog eens continue herrie veroorzaakt, bereiken we heelhuids de etalage van Van Tilburg. Frank vindt het allemaal niet zo moeilijk. ,,Als je hier een tijdje woont, weet je niet beter of het hoort zo.” 

Van Tilburg intussen, heeft wel heel bijzondere etalage. Afgezien van enkele fraaie oldtimers waarmee de eerste huwelijksstappen kunnen worden gezet, ligt de uitstalkast vol met artikelen uit ver vervlogen jaren. Wie de talrijke, voornamelijk gebruiksvoorwerpen ziet, wordt vanzelf nostalgisch. Wat te denken van een van de eerste solexen. Of die Zündapp die er naast staat. Oude limonadekistjes. Een radio uit het stenen tijdperk. Een accordeon. Telefoons met een draaischijf en een Singer naaimachine.

Naast het eerdergenoemde ‘Oranje Huis'  zien we het eerste stukje openbaar groen bij de Steenbergseweg. Links en rechts van de ingang van de Johan Frisostraat liggen grasveldjes met een paar fraaie bomen. We zijn eerder de straat overgestoken, maar moeten nu dus ook weer terug. Frank laat merken dat we het allemaal niet zo zwaar moeten zien, zegt hij. Na 28 jaar Steenbergseweg is hij aan de situatie gewend. ,,Het is net als wonen aan een spoorlijn. Aan dat lawaai ga je ook wennen.” Tuurlijk. Volgend jaar zal de weg niettemin worden aangepakt en daar zijn hij en de buurtbewoners toch blij mee. Hij is dan ook niet van plan te verhuizen. Hij kocht zijn huis destijds voor 80.000 gulden. Nu vermelden makelaars in hun reclame op hun website, voor bijvoorbeeld huisnummer 31, een aankoopbedrag van 250.000 euro. ,,Maar”, voorspelt Frank, ,,een gemakkelijke opgave zal dat opknappen en aanpassen niet worden. Want je komt niet van dat inkomend vrachtverkeer af.”

Frank blijft niettemin lekker zitten waar hij zit.  Hij is en blijft een echte Dinteloorder. Geboren in de Witte de Withstraat en naar school gegaan op de Petrus en Paulusschool. Frank heeft de indruk dat de Steenbergseweg aan het vergrijzen is. ,,Er zijn nogal wat buren overleden. En als ik om me heen kijk, heb ik de indruk dat ik een van de jongsten ben. Tenminste in dit deel van de straat. Zeg maar tot aan garage Bogers.”

Het aanpassen van de weg is vooral een politieke kwestie, denkt hij. Als we het over politiek hebben, zijn we toch snel uitgepraat. Dat is voor Frank geen onderwerp om van wakker te liggen. Ook het Dinteloordse verenigingsleven gaat, afgezien van de voetbalvereniging, aan hem voorbij. ,,Ik heb vroeger bij Divo gevoetbald. Nu sponsor ik de v.v. Prinsenland.”